Wir verwenden Cookies, um die Benutzerfreundlichkeit dieser Webseite zu erhöhen (mehr Informationen).

Beiträge zum Download

Beiträge in Holländisch


Das geniale Rettungsfloß

Het geniale reddingsvlot

Wereldwijd zijn er ongeveer 13.000 mierensoorten. Overstromingen na hevige regenval kunnen bestaande bedreigingen in gang zetten en een hele mierenkolonie uitroeien. Mij fascineert een heel bijzondere soort mier – het is de rode vuurmier. Als er hoogwater komt, vormen zij een levend reddingsvlot. Een deel van de mieren bevindt zich boven het water, terwijl de rest zich onder water bevindt en het natuurkundig draagvermogen bewerkt. Onder water sluiten de harige luchtbellen mee aan en zorgen voor de noodzakelijke zuurstof. De afzonderlijke mieren haken in elkaar met 14 verbindingen – zes door de eigen poten en acht door de poten van hun buren. Dat geeft het vlot een grote stabiliteit. Kilometers ver laten ze zich in het stromende water drijven totdat ze ergens aan land gespoeld worden om daar een nieuwe kolonie te vormen.

Verbazingwekkend is het, dat elke individuele mier precies weet, waar haar plaats is en in welke hoek ze zich ten opzichte van haar collega moet bevinden. Daarbij ordenen ze zich niet parallel tot elkaar, maar loodrecht. Zo’n constructie biedt de hoogste drijfstabiliteit. Belangrijk is ook nog het sociale gedrag van de mieren onder elkaar. De mieren die zich onder water bevinden, wisselen regelmatig van plaats met de mieren boven hen, zodat elke mier beter kan ademen.

Wie gaf hen raad voor deze optimale drijfconstructie? Hoe doen ze dat, binnen een nauw vertakt product om via meerdere niveaus van plaats te verwisselen? Welk geniaal communicatiesysteem gebruiken ze, om zich verstaanbaar te maken in een miljoenenvolk?

Van Christus, die ook hun Schepper is, staat er: ‘Christus, in Wie al de schatten van de wijsheid en kennis verborgen zijn‘  (Kolosse 2:3).

Verbaast u zich nog steeds over de werken van de Schepper?

‘Want wie heeft het denken van de Heer gekend? Of wie is Zijn raadsman geweest?‘ (Romeinen 11:34)

Dr. Werner GITT