Wir verwenden Cookies, um die Benutzerfreundlichkeit dieser Webseite zu erhöhen (mehr Informationen).

Prof. Dr. Werner Gitt

Kribbe, kruis en kroon

Prof. Dr. Werner Gitt erklärt in dieser Schrift den Heilsplan Gottes - angefangen bei der Geburt Jesu (Krippe), über seinen Tod (Kreuz), bis hin zur Entrückung und ewigen Herrlichkeit (Krone).

Gott schuf Abhilfe für die "Urkatastrophe" der Menschheit, den Sündenfall. Wie in der Bibel vorhergesagt, sandte er seinen Sohn auf die Erde. "Nie aber hat die Welt einen Gott gesehen - bis es Weihnachten wurde."

Das Kreuz wurde für Kritiker zum Anstoß. Sie verstehen nicht, wie ein "Hinrichtungsinstrument" zum Zentrum eines Glaubens werden kann. Prof. Dr. Gitt sieht diese Kritik als Indiz, dass die Menschen ihr Sündenbewusstsein verloren haben: Es gab keinen anderen Weg für die Rettung des Menschen, weil die Trennung zwischen Gott und uns durch die Sünde so groß ist.

Wenn Jesus einmal wieder kommt, wird man ihn als König erkennen. Dann wird die Menschheit zweigeteilt sein in Angenommene und Verworfene. Für diejenigen, die Jesus in ihr Leben aufnehmen wollen, gibt es ein vorformuliertes Gebet, das ihnen dabei hilft.

Dieses Traktat eignet sich besonders gut zur Weitergabe an suchende Menschen!

8 Seiten, Best.-Nr. 122-27

Dieses Traktat steht derzeit nur als Download zur Verfügung. Ab einer Bestellmenge von 1.000 Stück geben wir es für Sie gern in den Druck. Bitte wenden Sie sich an uns! / This tract is currently only available as a download. But we will gladly go to print for an order of 1,000 or more. Please contact us!


Kribbe, kruis en kroon

De oercatastrofe

Altijd weer woedden er catastrofen in onze wereld: Door de tsunami in december 2004 stierven ongeveer 160 duizend mensen, de ondergang van de Titanic eiste 1522 levens en de Tweede Wereldoorlog kostte 50 miljoen mensen het leven. Toch was de oercatastrofe de zondeval in de hof van Eden. Zij is de oorzaak van alle andere catastrofen, die ooit de aarde getroffen hebben. De zonde bracht de scheiding van de mensen met God. Maar zonder God geraakte de wereld in de draaikolk van de eeuwige verlorenheid. Zou God ook slechts één enkele zonde in de hemel toelaten, dan zou er ook daar leed en dood komen en dat wil God niet.

Het breekt het hart van God: De mensen, die Hij geschapen en liefheeft, hebben zich van Hem afgewend. Daarmee hebben zij zich de dood op de hals gehaald. Oh, hoe verschrikkelijk! Er is een spreekwoord: ‘Tegen de dood is geen kruid gewassen’. Zelfs geen gewas uit de hof van Eden! Maar misschien heeft God een middel?

Gods uitkomst – Hij zond Zijn Zoon

God had al in de hof van Eden een reddingsplan en kondigde – wanneer ook nog niet zo duidelijk, dat meteen na de zondeval aan: ‘En Ik zal vijandschap zetten tussen u en de vrouw, en tussen uw zaad en haar zaad. Dit zal u de kop vermorzelen’ (Genesis 3:15). In een ketting, die niet wil eindigen van profetische uitspraken wordt altijd weer op de komende Redder gewezen, zoals bijv.:

  • ‘Een ster gaat op uit Jakob, een scepter rijst op uit Israël’ (Num. 24:17).
  • ‘En gij Bethlehem Efratha, al zijt gij klein onder de geslachten van Juda, uit u zal Mij voortkomen Die een Heerser zal zijn over Israël en Wiens oorsprong is van ouds, van de dagen der eeuwigheid’ (Micha 5:1)

De allerlaatste aankondiging van de Redder bracht een engel over, toen hij Jozef de geboorte en de naam van het hemels Kind openbaarde: ‘Maria, uw vrouw . . . zal een Zoon baren en u zult Hem de naam Jezus geven want Hij zal Zijn volk verlossen van hun zonden’ (Mattheüs 1:20-21).

In de loop van de geschiedenis zijn er veel personen over het wereldtoneel gegaan, die zich onder de mensen een naam hebben gemaakt: keizers en koningen, dichters en filosofen, goeroes en tovenaars, goede en slechte. Maar nooit heeft de wereld een God gezien – tot het Kerstmis werd. Het Kind in de kribbe is niet zo’n god, zoals hem de Grieken op de Olympus of de Germanen in het Walhalla zich hebben voorgesteld. Hij is de Enige, Die kon zeggen: Ik ben de Schepper, door Wie alles is gemaakt (Johannes 1:1, 3); ‘Ik ben de waarheid’ (Johannes 14:6), ‘Ik ben de goede Herder’ (Johannes 10:11), ‘Ik ben de deur’ [naar de hemel] (Johannes 10:9).

Welke weg nam Hij naar de wereld toe? Kwam Hij met pauken of trompetten of donderend geraas? Kwam Hij met de hemelse legerscharen? Nee! God koos een ongetrouwde vrouw, Maria uit Israël, die genade bij Hem vond om Gods Zoon ter wereld te brengen. Daarmee verraste Hij ook de Joden, die over hun Messias bijv. de volgende profetische woorden wisten: ‘Zie, uw Koning komt tot u’ (Zacharia 9:9), of ‘Hij zal al die koninkrijken verbrijzelen’ (Daniël 2:44). Ze verwachtten daarom geen Kind in de kribbe maar een koning! Deze zou vol van macht optreden en de Romeinen uit Israël verjagen, Zijn residentie in Jeruzalem oprichten en de hogepriesters en schriftgeleerden tot minister benoemen.

Maar zo kwam de Heer Jezus niet en daarom wezen de Joden Hem af. Ze hadden die Schriftplaatsen over het hoofd gezien, die verklaarden dat Hij eerst als een Kind moest komen: ‘Want een Kind is ons geboren, een Zoon is ons gegeven’ (Jesaja 9:5). Van Deze Ene hangt het af, of wij de eeuwigheid in de hemel of in de hel zullen doorbrengen. Deze Messias is door drie K’s gekenmerkt:

  • Kribbe (deze eerste K symboliseert het komen van de Heer Jezus in de wereld).
  • Kruis (deze K symboliseert onze redding, die de Heer Jezus aan het kruis heeft bewerkt).
  • Kroon (deze K symboliseert de kroon van de Heer Jezus bij Zijn wederkomst als Koning).

Geen kruis zonder kribbe! Geen kroon zonder kruis! Zonder kribbe en zonder kruis geen hemel voor ons! Daarom moest het eerst Kerstmis worden!

Wat is de ergernis van het kruis?

Critici van het christelijke geloof stellen altijd weer de vraag: Waarom deze meedogenloze dood aan het kruis? Bij uw geloof gaat alles om een instrument voor een terechtstelling. Kon God geen aangenamere weg gaan om met ons mensen in het reine te komen? Waarom was de weg van verzoening met dood, pijnen, tranen en verdriet geplaveid? Zou het ook niet iets netter, esthetischer en stijlvoller hebben kunnen gaan? Zou God niet eenvoudig bij onze menselijke tekortkomingen een oogje dicht hebben kunnen doen?

Alle ‘waaroms’ hebben geen houvast omdat ze de zonde als iets onschuldigs houden. En dat schijnt mij de ziekte van onze tijd te zijn. Slechts aan het kruis kunnen wij aflezen wat wij in geen boek van filosofen en denkers vinden:

  • Het kruis laat ons zien welke diepe kloof de zonde heeft gescheurd tussen God en mensen. De afgrond is zo onmetelijk, dat de hel het gevolg daarvan is (Mattheüs 5:29).
  • Het kruis geeft ons een realistische voorstelling er van hoe ver God in Zijn liefde tot ons gaat, namelijk zo ver, dat Hij Zich met Zijn Zoon letterlijk het liefste van Zijn hart liet afscheuren.
  • Het kruis van de Heer Jezus is de diepste neerbuigendheid van God. De Schepper van het heelal en alle leven laat Zich terechtstellen als een misdadiger, zonder Zich te verweren. Welk een hoge prijs voor de zonde! Maar daardoor kan de Heer Jezus iedere zondaar bij Zich uitnodigen: ‘Wie tot Mij komt, zal Ik geenszins uitwerpen’ (Johannes 6:37). Maar het geldt ook: wie niet komt, is verloren – zelfs voor eeuwig!
  • Het kruis markeert ook het einde van alle menselijke wegen tot verlossing. Daarom kon de Heer Jezus zo uitsluitend verkondigen: ‘Niemand komt tot de Vader, dan door Mij’ (Johannes 14:6). Alle religies zijn in het aangezicht van het kruis slechts glinsterende fata morgana’s in de woestijn van een verloren mensheid.

De boodschap van Kerst is samen met de boodschap van het kruis een unieke reddingsboodschap: ‘Want de Zoon des mensen is gekomen om het verlorene te behouden’ (Mattheüs 18:11).

Hij komt weer

De Heer Jezus zal een tweede keer in deze wereld komen. Maar dan niet meer als Kind in de kribbe, maar als Koning, Rechter en Wereldheerser. In Mattheüs 24:30 heeft Hij deze gebeurtenis duidelijk voorspeld: ‘En dan zal het teken van de Zoon des Mensen verschijnen in de hemel. En dan zullen alle stammen van het land weeklagen en zij zullen de Zoon des mensen zien komen op de wolken des hemels met kracht en grote heerlijkheid’.

Wat een reden voor vreugde! De Schepper van de wereld verschijnt! De Redder van de wereld komt! Maar waarom staat er in Openbaring 1:7: ‘en alle stammen van het land zullen over Hem weeklagen’.? Waarom roepen zij: ‘bergen en rotsen, valt op ons en verbergt ons voor het aangezicht van Hem!’ (Openbaring 6:16)? Velen hebben tijdens hun leven van de noodzakelijke beslissing voor deze Jezus gehoord, maar ze zeiden ‘neen’! Nu zijn zij verloren en kunnen niets meer herzien. Het is definitief te laat. Daarom schreeuwen en weeklagen zij.

De meeste mensen gaan wegen, waarin de Heer Jezus niet voorkomt. De vindingrijkheid daarbij is groot. Zo zei bijvoorbeeld de bekende Amerikaanse actrice Shirley Mac-Laine, die met haar hond op een ranch leeft: ‘Met mijn hond Terry heb ik zelfs een eigen god aan mijn zijde – hij is namelijk de reïncarnatie van de Egyptische god Anubis, die de gestalte van een hond heeft. Dat kan een beetje vreemd klinken, maar Terry en ik hebben al minstens een gemeenschappelijk leven in het oude Egypte doorgebracht. Hij een diergod en ik een prinses. Nu heeft het leven ons vernieuwd bij elkaar gebracht’.

Jezus komt zichtbaar weer: Zie, Hij komt met de wolken, en elk oog zal Hem zien. Ook zij die Hem doorstoken hebben. En alle stammen van het land zullen over Hem weeklagen’ (Openbaring 1:7). Toen op 20 juli 1969 Neil A. Armstrong als eerste mens zijn voet op de maan zette, hebben 500 miljoen mensen deze gebeurtenis op de televisie gevolgd. Lady Diana uit Engeland kwam bij een verkeersongeluk om het leven. Toen op 6 september 1997 in London de tot dan toe grootste begrafenis aller tijden plaatsvond, hebben 2,5 miljard mensen dit op de televisie gezien, veertig procent van de wereldbevolking! Daarom ging deze uitvaart als eerste ‘wereldbegrafenis’ de geschiedenis in.

Maar voor de komst van de Heer Jezus is er geen camera nodig. Alle mensen zullen deze grootste gebeurtenis van de wereldgeschiedenis ‘live’ beleven. Voor iedereen zal de Heer Jezus dan zichtbaar zijn. Dat geldt niet alleen voor de wereldbevolking, die in die tijd zal leven, maar voor alle generaties van de geschiedenis van de mensheid. Ook alle lezers van dit artikel zijn daarbij. Dan staat er slechts nog één vraag ter discussie: Bij welke groep hoor ik? Tot de menigte van geredde mensen of tot de menigte van verloren mensen?

De Heer Jezus komt plotseling weer: ‘Want zoals de bliksem uitgaat van het oosten en schijnt tot het westen, zo zal de komst van de Zoon des mensen zijn’ (Mattheüs 24:27). In één enkel ogenblik zal Hij op de hele aarde tegelijkertijd te zien zijn. Op welke tijd van de dag zal dat zijn? Het antwoord vinden we in Lukas 17:34: ‘In die nacht zullen er twee op één bed zijn. De een zal weggenomen, en de ander achtergelaten worden’. Dus in de nacht!? Maar twee verzen verder staat er: ‘Twee zullen op de akker zijn (= overdag!); de een zal weggenomen en de ander zal achtergelaten worden’. Mij is niet bekend of Columbus, de ontdekker van Amerika, deze tekst kende. Hij zou daaruit de volgende conclusies hebben kunnen trekken: Wanneer de wederkomst in één enkel ogenblik zal gebeuren en de Bijbel dit zowel als een situatie overdag als ook in de nacht beschrijft, dan is dat alleen maar mogelijk op één aardbol.

Deze beide verzen laten nog wat zien wat wezenlijk is. Bij de wederkomst is er een tweedeling van de mensheid: Er wordt verschil gemaakt tussen aangenomen en verworpen mensen. Daarmee is het eigenlijke probleem van de mensheid aangeroerd. Slechts één vraag telt: Hoor ik bij de geredde mensen of bij de verloren mensen?

Al besloten?

God heeft alle mensen als persoonlijkheden geschapen, die over een vrije wil beschikken. Dit onderscheidt ons duidelijk van de dieren. De vrije wil veroorlooft ons beide dingen – ons van God te verwijderen of tot God te naderen. God heeft in Christus alles gedaan om voor ons de weg naar de hemel te openen. Toch leert de Bijbel zeer nadrukkelijk en waarschuwend, dat niet allen de weg naar het heil betreden. Wat zou God dan kunnen doen? Als God de vrije wil van ons zou afnemen dan zou Hij ons van onze persoonlijkheid hebben beroofd. We zouden dan machines, marionetten of robotten zijn, die enkel en alleen hun voorgeprogrammeerde handelingen zouden kunnen uitvoeren. In deze tijd maar ook in de toekomst is de vrije wil een belangrijk bestanddeel van de persoonlijkheid. Van onze keuze hangt daarom ook ons eeuwig verblijf af.

Hebben wij ons ingesteld op deze komende dag? In de gelijkenis van de tien maagden maant de Heer Jezus ons tot bereidwilligheid. Hij geeft ons te bedenken: alle tien waren toch ‘gelovig’, ze geloofden vast: de bruiloft vindt plaats. Toch handelden niet allen naar hun overtuiging. En slechts vijf bereikten het doel. Tegen diegenen, die niet bereid waren, zegt de Heer Jezus: ‘Ik ken u niet!’ (Mattheüs 25:12). Daarmee hebben zij een hele eeuwigheid gemist. Het gebeurde, zoals Heinrich Kemner een keer zei: ‘Men kan zich ook de hel in slapen!’ Van Hermann Bezell stamt de indringende waarschuwing: ‘Men kan de kerkenbanken stuk schuren en toch verloren gaan’. ‘Gelovigen’, die slechts feiten beamen, maar die feiten niet voor hun persoonlijk leven toepassen, zetten het eeuwig leven op het spel.

Alle drie of geen van de drie

Elk jaar opnieuw met Kerstmis wordt door velen graag het Jezus Kind in de kribbe gevierd. Vaak blijft het daarbij. Maar de drie K’s zijn niet te scheiden. Bij de Heer Jezus hoort de kribbe bij Zijn Menswording, het kruis bij Zijn lijden met aansluitend de opstanding maar ook de kroon van Zijn koninkrijk, dat bij Zijn wederkomst voor iedereen openbaar wordt. Dat was vanaf het begin Gods reddingsplan tegen de oercatastrofe van deze wereld. De laatste catastrofe, die de mensen zonder de Heer Jezus zullen beleven, is de hel. Triest genoeg zal de hel meer mensenlevens eisen dan alle catastrofen in de geschiedenis en deze dood duurt eeuwig! Maar met Kerstmis, en niet alleen dan, vraagt God aan ons persoonlijk, of wij het geschenk ´kribbe, kruis en kroon´ willen aannemen. Zeg toch ja en neem de zonden vergeving door de Heer Jezus Christus aan en bidt daarvoor ernstig! Uw gebed kan ongeveer als volgt luiden:

‘Heer Jezus, ik heb vandaag gelezen dat ik slechts door U in de hemel kan komen. Ik wil graag op een keer bij U in de hemel zijn. Redt mij daarom van de hel, waarin ik door mijn schuld zou komen. Omdat U mij zo zeer lief hebt, bent U ook voor mij aan het kruis gestorven en hebt daar de straf voor mijn zonden betaald. U ziet al mijn schuld – vanaf mijn kinderjaren. U kent elke zonde, alles wat mij nu bewust is, maar ook alles, wat ik al lang vergeten ben. U kent elke opwelling van mijn hart. Voor U ben ik een open geslagen boek. Zoals ik ben, kan ik niet bij U in de hemel komen. Ik vraag U, vergeef mij mijn zonden, waarvan ik oprecht spijt heb. Kom nu in mijn leven en maak het nieuw. Help mij om alles weg te doen wat voor U niet goed is en schenk mij nieuwe gewoontes, die onder Uw zegen staan. Open mij de toegang tot Uw Woord, de Bijbel. Help mij dat ik begrijp, wat U mij wilt zeggen en geef mij een gehoorzaam hart, opdat ik doe wat U behaagt. U zult vanaf nu mijn Heer zijn. Ik wil U volgen, laat mij de weg zien, die ik moet gaan in alle gebieden van mijn leven. Ik dank U, dat U mij verhoord hebt, dat ik nu een kind van God mag zijn, dat eenmaal bij U in de hemel zal zijn. Amen.

Dr.-Ing. Werner Gitt
Directeur en Professor